Het project betreft drie woningen, gesitueerd in de loodsen van een vroegere stoomwasserij met bovenwoningen uit 1934. Het plan is een voorbeeld hoe in hoge dichtheid comfortabele woningen kunnen worden gerealiseerd in voormalige bedrijfsruimten achter de typische lintbebouwing van Eindhoven. De drie woningen zijn georganiseerd in drie zones die in de oorspronkelijke configuratie van ruimte terug te vinden zijn.
1998
E.J.M. van Eerd
programma
3 Woningen
In samenwerking met
Urban Affairs
Joep Mol Architect
Joep Mol Architect
×
Woning 1 ligt in het achterste deel van de bestaande bebouwing. Op twee plaatsen wordt de karakteristieke binnenruimte aangetast. Allereerst is er de auto die op brute wijze de woonkamer binnenrijdt en met brandende koplampen de automobilist aankondigt. Halverwege de hal wordt in het dakleer een klein zwembad gedrukt dat als sanitaire ruimte fungeert. In feite wordt er nu in het dak gedoucht en bij een flinke zomerse stortbui hoeft de kraan daarvoor niet aan.
Woning 2 ligt ingeklemd tussen woning 1 en het blok met bestaande woningen aan de straatzijde. Door enkele balken van het aanwezige dak op te tillen, ontstaat er ruimte voor een hoogslaper en tevens een mooi dakprofiel dat extra lichttoetreding voor deze woning mogelijk maakt. Vanaf de gezamenlijke fietsenberging die aan woning 2 grenst, leidt een trap van stalen roosters naar het dakterras van het belendende pand met appartementen. In deze bitumineuze lus, in feite de goot van het dak, vormt zich een vijver waarin tien goudvissen hun levensgeluk beproeven.
Woning 3 is een nieuw volume van drie verdiepingen aan de straatzijde van het perceel. De slaapkamer is romantisch gelegen in een aluminium tuinhuisje aan het dakterras op de derde verdieping. Vanaf het dakterras kan via de verhoogde woonkamer de straat in de gaten worden gehouden.
Woning 2 ligt ingeklemd tussen woning 1 en het blok met bestaande woningen aan de straatzijde. Door enkele balken van het aanwezige dak op te tillen, ontstaat er ruimte voor een hoogslaper en tevens een mooi dakprofiel dat extra lichttoetreding voor deze woning mogelijk maakt. Vanaf de gezamenlijke fietsenberging die aan woning 2 grenst, leidt een trap van stalen roosters naar het dakterras van het belendende pand met appartementen. In deze bitumineuze lus, in feite de goot van het dak, vormt zich een vijver waarin tien goudvissen hun levensgeluk beproeven.
Woning 3 is een nieuw volume van drie verdiepingen aan de straatzijde van het perceel. De slaapkamer is romantisch gelegen in een aluminium tuinhuisje aan het dakterras op de derde verdieping. Vanaf het dakterras kan via de verhoogde woonkamer de straat in de gaten worden gehouden.
De drie woningen geven gehoor aan het rond het perceel gelegen dichtbebouwde stedelijke binnenterrein: een landschap met dalen van grastuintjes en bergen van bitumen en grind. Het bestaande beeld wordt geïntensiveerd door meer geleding aan te brengen in de massa van de loodsen. Er wordt continuïteit bewerkstelligd door het gebruik van bitumineuze dakbedekking in de afwerking van daken en gevels van de drie woningen. Een rozenkas als badkamer, een tuinhuis als slaapkamer, een zwembadje als toilet, een goot als bijver en een bangkirai tuinhekje als doodvalbeveiliging sluiten naadloos aan op de aanwezige elementen in de naburige tuinen. Er wordt een setting gecreëerd die het midden houdt tussen een tuin en een gebouw.