Waarde-n-volle Woonlandschappen

De woningbouwopgave als hefboom voor een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving.
Fase 0: Huidige situatie
Fase 0: Huidige situatie
Begin 2022 heeft Studio Marco Vermeulen, in opdracht van Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, een ontwerpend onderzoek uitgevoerd naar de toenemende verstedelijkingsdruk van de gemeenten Etten-Leur, Breda en Moerdijk op het tussenliggende buitengebied. In dit buitengebied komen woningbouw-, landbouw- en waterbergingsopgaven samen. Bovendien zit dit landschap vol verhalen en kan de historische gelaagdheid van deze streek een belangrijke structurerend narratief zijn voor de toekomstige inrichting van het gebied.

Transities in onder andere de landbouw en de energiesector zullen het landschap en de omliggende steden opnieuw transformeren. Daarbovenop komt een grote woningbouwopgave die deels ook in het buitengebied zal landen (in het onderzoeksgebied wordt ruimte gezocht voor ongeveer 5.000 woningen). Tegelijkertijd is het landschap tussen de kernen een heus productielandschap waar de akkers tot aan de oevers van de Mark lopen en wordt er op industriële schaal aardappelen, suikerbieten en veevoeder geteeld. Hierdoor verschraalt de bodem, is het landschap slechter bestand tegen weersextremen, en daalt de algehele waarde van het landschap. Middenin dit landbouwlandschap ligt het Noordrand Midden, een bijzonder natuurgebied en de weidsheid, openheid en schaal hiervan zijn kwaliteiten die we koesteren. Ook hier neemt de biodiversiteit drastisch af, dit systeem is simpelweg niet langer houdbaar.

Er zijn veel vragen over het landschap waarbij de drie gemeenten een groeiende behoefte hebben aan een overkoepelende, integrale visie. Met andere woorden een wervend perspectief op het landschap van de toekomst dat ruimte biedt aan de woningbehoefte, het veranderend gebruik en tegelijkertijd de cultuurhistorische kernwaarden bewaakt. Dit is het juiste moment om de identiteit van het gebied te ijken en koers te bepalen.

Hoe zorgen we ervoor dat het landschap niet versnippert door de druk die de verschillende opgaven op het gebied leggen? Hoe kan de transformatie van het landschap tevens een hefboom zijn voor bredere maatschappelijke meerwaarde? En kan het transitielandschap ook kwaliteiten opleveren die de identiteit juist versterken? Kunnen wij een nieuwe balans vinden tussen verstedelijking, landbouw en landschapsontwikkeling, tussen stad en land?
Samen met de gemeenten, Staatsbosbeheer en de NEPROM heeft Studio Marco Vermeulen de verschillende opgaven in het gebied integraal onderzocht. Hieruit volgde de geformuleerde onderzoeksvraag:

Hoe kunnen gemeente overstijgende woningbouw en transitie opgaven als hefboom fungeren voor een gezonde en aantrekkelijke, toekomstbestendige leefomgeving?

Het eindproduct is een verkenning die prikkelt en aanzet tot een gesprek, en waarin de kernkwaliteiten van het bestaande landschap een belangrijk uitgangspunt vormen voor de ontwikkelingen die noodzakelijk zijn voor een toekomstbestendig buitengebied. Wij hopen met dit onderzoek inzicht en inspiratie te bieden in de kansen die de woningbouwopgave met zich meebrengt om de regio te transformeren naar een waardevol landschap in de breedste definitie van het woord. Een landschap dat naast voedsel- of grondstoffenteelt ook waardevol is in de ‘groen-blauwe’ diensten die het levert, waardevol is omdat het de biodiversiteit verhoogt en waardevol is omdat de gelaagdheid van het landschap weer zichtbaar wordt. Kortom, een landschap dat een gezond, aantrekkelijk en toekomstbestendige leefomgeving vormt voor de bestaande kernen en de nieuwe woonwijken, nieuwe waarde-n-volle woonlandschappen.
Een nieuwe balans tussen stad & land
Een nieuwe balans tussen stad & land

Landschappelijk DNA

Kijkend naar het verleden van de regio zien we een voortdurende wisselwerking tussen stad en landschap. Ooit was de rivier de Mark de levensader van de regio. Breda was tot in de 19e eeuw een zeehaven. Vanuit de stad kon het omliggende landschap bevoorraad worden en werd er handel gedreven met de rest van de wereld. Turf uit het veengebied en hout en dierenhuiden van de Bredaase zandgronden werden via de Mark en de Noordzee naar de Vlaamse steden vervoerd.

Lange tijd was de handel in turf de belangrijkste economische drager van de regio. Er werd hier zowel zoet als zout veen gewonnen. Zoete turf werd hogerop / meer stroomopwaarts gewonnen uit het veen. Deze turf werd gedroogd en verhandeld als brandstof. Zoute turf, veen dat door de eeuwen heen overspoeld werd door zeewater, werd ingekookt waardoor het zout overbleef. Dit zout werd vervolgens verhandeld. Vanaf de 13e tot midden 18e eeuw was het turfsteken een belangrijke economische pijler. De drie kernen, Zevenbergen, Breda en Etten, zijn mede door deze turfeconomie ontstaan en gegroeid. De turfvaarten en turfhavens in deze steden herinneren hieraan, de groei en welvaart van de stad en de transformatie van het landschap zijn hier altijd hand in hand gegaan.

Een halve millennia aan turfwinning heeft niet alleen in het landschap zijn sporen achtergelaten. Ook in het gemeenschappelijk verleden, het immaterieel erfgoed, speelt ze een belangrijke rol. Het meest bekende verhaal is dat van de list met het turfschip. In de Tachtigjarige Oorlog verstoppen soldaten uit het Staatse leger zich onder de turf in een schip in de Zevenbergse haven. Vier dagen zijn ze via de Mark onderweg naar Breda, toen bezet door de Spanjaarden. Als het schip in Breda aankomt, is het carnaval, en zijn de Spanjaarden niet op hun hoede. De Staatse soldaten klimmen uit het schip en nemen het kasteel en de stadspoorten over. Zo kwam de stad weer in Staatse handen. Ook hier zien we de sterke connectie tussen de kernen en het tussenliggend landschap. Deze band tussen stad en landschap willen we met de realisatie van de verschillende woonwijken herstellen.

Een waarde-n-vol landschap

Denken we aan waardevolle landschappen dan denken we vaak aan productieve landbouwgronden. Dat komt omdat we ervan uitgaan dat waarde iets is dat gewonnen kan worden; de output. Toch bestaat de waarde van het landschap uit veel meer dan enkel de opbrengsten. De Verenigde Naties heeft een aantal diensten die het landschap levert benoemt en hieraan geprobeerd een monetaire waarde te koppelen. Hierdoor kunnen de diensten onderling met elkaar vergeleken worden. Ecosysteemdiensten zijn diensten die door het landschapstype aan de samenleving worden geleverd. Het kan gaan om het verstrekken van een product (bijvoorbeeld drinkwater), een regulerende dienst (bijvoorbeeld bestuiving van gewassen), een culturele dienst (bijvoorbeeld recreatie) of een dienst die de voorgaande diensten ondersteunt (bijvoorbeeld het versterken van de biodiversiteit). Door ecosysteemdiensten in geld uit te drukken kan de bijdrage van ‘zachte’ diensten met elkaar vergeleken worden en wordt de totale waarden van het landschap inzichtelijk gemaakt.

De waarde van twee van deze ecosysteemdiensten stijgt de laatste jaren explosief, namelijk de productie van hernieuwbare grondstoffen en de koolstofvastlegging in het landschap. De vraag naar hernieuwbare grondstoffen groeit alsmaar en de teelt van grondstoffen voor o.a. de woningbouw wordt een steeds interessanter verdienmodel voor de agrariër. Tegelijkertijd is het nog nooit zo rendabel geweest om CO2 op te slaan in het landschap. De prijs voor emissierechten stijgt enorm en er zijn meerdere succesvolle experimenten geweest met landgebruikverandering als CO2-opslag methode.

Deze twee systeemveranderingen zijn de grote aanjagers om het huidige producerend landschap om te vormen naar een waardenvol landschap. Een landschap waar grondstoffenteelt, CO2 opslag en andere ecosysteemdiensten zoals waterberging en het verhogen van de biodiversiteit, het landschap transformeren van een kale aardappelvlakte naar een divers en aantrekkelijk landschap.
De monetaire waarde van het landschap, voorbeelduitwerking populierenbos
De monetaire waarde van het landschap, voorbeelduitwerking populierenbos
Bouwstenen voor het landschap van de toekomst
Bouwstenen voor het landschap van de toekomst

Bouwstenen voor het landschap van de toekomst

Wageningen Universiteit en het CBS hebben in 2020 de eerste monetaire aanbod- en gebruiktabellen van ecosystemen en hun kapitaalgoederenvoorraad voor de Nederlandse situatie gepubliceerd. Mede door deze studie hebben wij de waarde van verschillende landschapstypen aan de hand van 20 ecosysteemdiensten kunnen onderzoeken. Het betreft een grove vergelijking en hiervoor is gebruik gemaakt van kengetallen, schattingen en aannamens. Toch geeft de tabel op slide 30 een redelijke inschatting van de intrinsieke waarde van de verschillende landschapstypen. Landschappelijke bouwstenen kunnen zo op hun totale waarde met elkaar vergeleken worden en kunnen, naar gelang hun context en positie in o.a. het watersysteem, een plek krijgen in het landschap van de toekomst.
Een landschap opgebouwd vanuit de logica van de bodem en het watersysteem
Een landschap opgebouwd vanuit de logica van de bodem en het watersysteem

Rivierenlandschap Mark

Het buitengebied van de drie onderzochte gemeenten is enorm divers, met het beekdal van de Mark ten zuiden van Breda, hoge zandruggen met naaldbomen en heidegronden, moeraslandschappen in het middengebied en de meanderende rivier de Mark en de kleipolders in het noorden. Op deze grens van zand en klei bevindt zich een bijzonder natuurfenomeen; de ‘Naad van Brabant’. Hier botsen ondergrondse waterstromen tegen het klei waardoor het grondwater omhoog komt. Dit kwelwater zorgt voor unieke condities, met de moerasnatuur Weimeren, Strijpen en Kelsdonk als spectaculair gevolg. Militaire strategen maakten hier slim gebruik van, het gebied was door het hoge grondwater eenvoudig onder water te zetten, zodat de omliggende steden ten tijde van oorlog beschermd kon worden.

Kijken we naar het historisch gebruik van het landschap, dus voor de introductie van kunstmest en grootschalige ruilverkavelingen, dan zien we een kleinschalig en divers landschap dat opgebouwd is vanuit de logica van de bodem en het watersysteem. Dit vormt de inspiratie voor het landschap van de toekomst, dat ook opgebouwd wordt vanuit deze logica en die de gradiënten in het landschap volgt.

Woonbuurten die niet ìn, maar mèt het landschap ontworpen zijn, waardoor zij intrinsiek onderdeel worden van het landschap, gewortelde woonbuurten.

Een transformatie in drie hoofdstukken

Een woonlandschap heeft tijd nodig om te groeien. We onderscheiden drie verschillende hoofdstukken in de totstandkoming van deze waarde-n-volle woonlandschappen. Ten eerste wordt het landschappelijk en infrastructureel raamwerk aangelegd. Bestaande cultuurhistorische lijnen zoals de Kibbelvaart, de Halsche Vliet en de Leursche Haven, worden extra beplant om ze te accentueren in het landschap. Een netwerk van (snel)fietsroutes en (kleinschalig) hoogwaardig openbaar vervoer doorkruisen het middengebied en verbinden de bestaande kernen en de nieuwe woonwijken met elkaar. Dit sluit aan op de ambitie van de regio om een ’30 minuten regio’ te worden, waarin je je van noord naar zuid of oost naar west duurzaam van de ene naar de andere woon- of werklocatie of regionale voorziening kunt verplaatsen (RIA, 2021). Op grotere regionale schaal is er behoefte aan een betere aansluiting op het hoofdwegennetwerk om de verkeersdruk op de Zevenbergse weg te verminderen. Gedacht wordt aan een aansluiting op de A59 / A16 bij knooppunt Zonzeel en het verbeteren van de Noordelijke Rondweg van Breda. Hiervoor wordt momenteel een regionaal verkeersonderzoek uitgevoerd.

Met het infrastructureel en landschappelijk raamwerk gereed, kunnen in de verschillende woonlandschappen gerealiseerd worden. De ambitie is om deze woningen met lokale materialen te bouwen, elke buurt krijgt zo zijn eigen karakter dat past bij het landschap. Woningen, woongebouwen en woonwijken worden hier niet ìn het landschap gebouwd worden, maar mèt het landschap, waardoor zij intrinsiek onderdeel worden van het landschap dat zij zelf mede vormen. De sfeerimpressie op de komende slides tonen de belangrijkste kenmerken van de verschillende woonlandschappen.

Woningbouw kan als hefboom dienen om het landschap te ontwikkelen. Door de vraag naar hernieuwbare materialen, de ambitie voor CO2 opslag, en de wens voor een weerbare natuur, transformeert het landschap van een productief, naar een waarde-n-vol landschap. De materialenvraag zal ervoor zorgen dat agrariërs hun aardappel- of bietenveld omvormen naar een teeltlandschap van populieren, essen, wilgen, lisdodde of riet. Grootschalige natuurontwikkeling, zoals het vernatten (of beter gezegd: het niet meer droog pompen) van de Zwartenbergse polder of het verhogen van het waterpeil van het bestaande veenlandschap, zal een enorme bijdrage leveren aan de CO2 opslag, en de CO2-emissiehandel (zie slide 19) zal een belangrijk aanjager zijn om dit te realiseren. Rekening houdend met de ondergrond en het watersysteem verandert het landschap in een landschap van gradiënten, met de kwelnatuur van het natuurgebied Noordrand Midden als ecologische kern en een beschermde schil van natte teelten langs de flanken. Hierdoor vermindert de kwetsbaarheid van het natuurgebied voor langdure droogte. Op de zandgronden ten noorden van Prinsenbeek, wordt het oorspronkelijke kleinschalig landschap teruggebracht door duurzame bosbouw te combineren met veeteelt en strokenteelt (agroforestry en silvopastures). De aanleg van een voedselbos tussen Kelsdonk en het Liesbos creëert een robuuste ecologische verbinding tussen natte en droge natuurgebieden. Dit aaneengesloten voedselbos vormt tevens een natuurlijke barrière tussen de kernen Prinsenbeek en Etten-Leur, en een aantrekkelijk recreatielandschap voor beide kernen.
Fase 1: Versterken landschappelijk & infrastructureel netwerk
Fase 1: Versterken landschappelijk & infrastructureel netwerk
Fase 2: Waarde-n-volle woonlandschappen
Fase 2: Waarde-n-volle woonlandschappen
Fase 3: Van productief naar-waarde-n-vol landschap
Fase 3: Van productief naar-waarde-n-vol landschap
De transformatie van de Zwartenbergsepolder tot een natuurlijk recreatielandschap en belangrijk knooppunt in het HOV- en fietsnetwerk.
De transformatie van de Zwartenbergsepolder tot een natuurlijk recreatielandschap en belangrijk knooppunt in het HOV- en fietsnetwerk.
Rietdaken en natte teelt woningen vormen een natuurlijke overgang tussen stad en landschap.
Rietdaken en natte teelt woningen vormen een natuurlijke overgang tussen stad en landschap.
Wonen in een huis gebouwd van het landschap waar je in woont.
Wonen in een huis gebouwd van het landschap waar je in woont.
Een ecologische verbinding tussen de natuurgebieden het Liesbos en Kelsdonk, een natuurlijke grens tussen Etten-Leur en Breda.
Een ecologische verbinding tussen de natuurgebieden het Liesbos en Kelsdonk, een natuurlijke grens tussen Etten-Leur en Breda.
jaar
2022

status
Ontwerpend onderzoek


volgend project:
High Green