De 'Zuiderwaterlinie' is een historisch en ontwerpend onderzoek naar de geschiedenis en mogelijke toekomstige ontwikkeling van de Zuiderwaterlinie. Het onderzoek had als doel om de Zuiderwaterlinie historisch te onderzoeken en te komen tot een ontwikkelvisie waarin de waarde van de linie opnieuw op de kaart wordt gezet. Een belangrijk onderdeel van het ontwerpend onderzoek was het analyseren van het water- en bodemsysteem van de historische linie en om aan de hand daarvan te komen tot een toekomstige ontwikkelvisie voor het gebied. Het resultaat van het ontwerpend onderzoek is het boek: ‘Zuiderwaterlinie Noord-Brabant, een open boek’ dat door de provincie Noord-Brabant is uitgegeven in een oplage van 3.000 exemplaren.
2018
Gepubliceerd
opdrachtgever
Provincie Noord-Brabant , Alliantie Zuiderwaterlinie
programma
Onderzoek, Inspiratiedocument
×
Grensgebied
De noordrand van Brabant is in meerdere opzichten een grensgebied. Hier bevindt zich de overgang van zand naar klei, van hoog naar laag, van droog naar nat. Deze overgangszone, van 1 tot 4 kilometer breed en 200 kilometer lang van west naar oost, noemen we de Naad van Brabant. Aan het zuiden van de naad liggen de hoge, droge zandgronden, ten noorden de natte ondoordringbare kleigronden van de Nederlandse Delta. Regen- en rivierwater dat in de hoge zandgronden de bodem infiltreert, stroomt onder de grond over een afhellende leemlaag richting de kleigronden. Hier kan het water niet langer onder de grond doorstromen, beweegt het naar de oppervlakte en ontstaat er kweldruk. Op de grens tussen zand en klei ontstaat hierdoor een zeer nat gebied met de bijbehorende vorming van veen.
Op de grens tussen zand en klei ontstaat een zeer nat gebied met de bijbehorende vorming van veen.
Inunderen
Dit natte en veenrijke gebied is lang belangrijk geweest voor turfwinning en landbouw. Na de 80 jarige oorlog is het hydrologische fenomeen erkend als militair strategisch principe en is de zuiderwaterlinie aangelegd. De polders in deze strook konden makkelijk onder water worden gezet met water uit de Aa, de Dommel en de Raam, zonder dat het water vervolgens in de bodem wegzakte. Met het inunderen werd voorkomen dat vijandelijke troepen de Brabantse vestingsteden konden belegeren. Het uitgebreide stelsel van ontwateringskanalen, vaarten en sluizen dat door de eeuwen heen was aangelegd ten behoeve van turfwinning en landbouw, kon nu gebruikt worden om het land juist weer gelijkmatig onder water te zetten. Samen vormden deze geïnundeerde polders een landsbrede waterlinie.
Wateroverlast
Veel inundatievelden zijn bij het uit dienst treden van de zuiderwaterlinie weer in gebruik genomen als landbouwgrond maar sommige plekken bleken te nat of te zilt. Deze gebieden zijn veranderd in bijzondere natuurgebieden waar nu plant- en diersoorten voorkomen die ooit kenmerkend waren voor het Nederlandse deltalandschap. De meeste grond wordt echter nog steeds gebruikt voor landbouw en kwelwater wordt hier zo snel mogelijk afgevoerd.
Bij hevige regenval en hoge waterstanden in de beken en rivieren heeft Brabant in het najaar veel last van overstromingen. Daarnaast kampt de provincie in de zomer met een watertekort en sterke droogte, voornamelijk op de hoge droge zandgronden. De voormalige inundatievelden hebben zich in het verleden al bewezen als waterbuffers, en deze functie zouden ze in de toekomst ook weer kunnen vervullen.
Bij hevige regenval en hoge waterstanden in de beken en rivieren heeft Brabant in het najaar veel last van overstromingen. Daarnaast kampt de provincie in de zomer met een watertekort en sterke droogte, voornamelijk op de hoge droge zandgronden. De voormalige inundatievelden hebben zich in het verleden al bewezen als waterbuffers, en deze functie zouden ze in de toekomst ook weer kunnen vervullen.
De voormalige inundatievelden hebben zich in het verleden al bewezen als waterbuffers, en deze functie zouden ze in de toekomst ook weer kunnen vervullen.
Grensnatuur
Door in te zetten op waterberging ontstaat er een nieuwe nutsfunctie voor de relatief natte agrarische gronden én een functionele en economische drager voor natuur- en landschapsontwikkeling. De Zuiderwaterlinie kan uitgroeien tot een robuust natuur- en landschapsontwikkeling gebied. Waar de amfibische natuur de ruimte krijgt op de dynamische grens van land en water. Geen lieflijk, arcadisch landschap met aangeharkte paden, maar woeste en deels ondoordringbare ‘grensnatuur’. Een deltalandschap van schorren en slikken, natte graslanden, plas-dras, broekbossen, moerassen, turfputten en boekweitpercelen.
Vernatten
Daarnaast kan het vernatten van de Naad van Brabant ervoor zorgen dat in de zomer minder droogte voorkomt op de hoge zandgronden. De ophoping van het water rond de naad maakt dat water op de zandgronden moeilijker naar het noorden stroomt en zorgt voor een hoger grondwaterpeil. Hierdoor kan water langer worden vastgehouden.
Andere thema’s
Naast het onderzoek vanuit hydrologisch en geomorfologisch perspectief is ook veel aandacht besteed aan veel andere thema’s rond de Zuiderwaterlinie. Zoals zoals: (militaire) geschiedenis, cultuurhistorie, monumentaal erfgoed, immaterieel erfgoed, natuurontwikkeling, toerisme, mobiliteit, vrijetijdslandschap etc. Zowel op schaal van de provincie, regio en gebied.